Robert Jarvis Carving up time (SLAM)
Met een korte lokroep vraagt de trombone de aandacht van de
luisteraar, om dan vrijwel onmiddellijk een aanstekelijke riff in te
zetten, al gauw ondersteund door bas en drums. Een sax mengt zich in
het verhaal, en voor je het weet swingt het als een apenkolonie. Een
blij verrast gevoel van 'dit is leuk' overvalt je als je Carving up
time aanzet, de eerste cd onder eigen naam van Robert Jarvis. De
Engelse trombonist was vorig jaar in Nederland te horen met de band
van Hugh Hopper, maar verder is zijn verbazingwekkende spel een
goedbewaard geheim. Terwijl je toch zou denken dat iedere muzikant
deze man wel in zijn band zou willen hebben. Zijn toon is ongehoord
prachtig, en technisch kan hij schijnbaar alles. De trombone
wordt nogal eens als een lomp instrument beschouwd, maar Jarvis
geeft reden om dat vooroordeel totaal te vergeten. Alles wat hij
speelt is zuiver, haarscherp getimed, en vooral: duidelijk. Losse
flodders en nietszeggende friemels zijn bij deze trombonist niet aan
de orde. De Nederlandse saxofonist Frank van der Kooij is een
uitstekende sparring-partner voor Jarvis. Zijn toon en manier van
spelen passen perfect bij die van de Brit, en daar vragen de stukken
van de trombonist ook om. Het gaat om het totaalgeluid, en niet
zozeer om individuele solouitspattingen. De cd bevat naast de
stukken met het kwartet met bassist Henk de Laat en drummer Oscar
Schulze een langer werk voor dezelfde bezetting, bestaande uit vijf
delen. Hierop is de rimesectie vervangen door Alan Niblock en
Jean-Victor de Boer, en de trombonist heeft elektronische
bewerkingen van veldopnamen uit Zimbabwe toegevoegd. Deze samples
komen slechts af en toe voorbij, meestal aan het begin en het eind
van een deel, en overheersen niet. Ze klinken als aanleiding voor de
muziek die volgt. De sfeer van deze compositieopdracht Global
village is soms wat donkerder dan die van de andere stukken, maar
het geheel klinkt lichtvoetig en zonder pretenties. En het
belangrijkste: het speelplezier spat er vanaf. Luisteren naar mensen
die fijn muziekmaken en dat ook kunnen, dat is altijd leuk.
KOEN SCHOUTEN, 3-4-2000 |